Afgelopen maanden hebben we bijeenkomsten gehad die als thema ‘liefde’ hadden.
Ik heb er verschillende keren een overdenking over gehouden en kwam tot de conclusie dat je er jaren over kunt praten.
Maar alleen praten vult geen gaten, zegt een oude spreekwoord en als christen zijnde weet ik dat het een waarheid is als een koe, om maar in de stijl te blijven.
Jezus leerde ons lief te hebben, met geheel ons hart, met geheel onze ziel en met geheel ons verstand, kortom er zijn geen uitzonderingen.
In Lucas 6 vers 27 zegt Jezus zelfs dat we onze vijanden lief moeten hebben en goed moeten zijn voor die mensen die ons haten.
Dat is nogal wat, tenminste voor mij en misschien ook wel voor u.
In onze vakantie hoorde ik een dominee het volgende vertellen:
Tijdens de tweede wereldoorlog, in het concentratiekamp Dachau kwam een bewaker iedere avond in een barak waar honderden krijgsgevangenen waren gehuisvest, onder verschrikkelijke omstandigheden.
Iedere avond werd dezelfde gevangene eruit gepikt om te worden geslagen en vernederd door dingen te moeten uitvoeren die mensonterend waren.
Dat gebeurde dag naar dag en niemand van de andere krijgsgevangen durfde er iets over te zeggen en zagen het ieder avond met lede ogen aan of ze durfden helemaal niet te kijken.
Bang als ze de mond opendeden dat ze zelf ook zo geslagen en vernederd zouden worden.
Tot op een avond iemand de moed had om er iets van te zeggen.
Hij wilde zich niet neerleggen, bij het feit dat alles zomaar kon en dat je niets daartegen kunt doen.
Toen de bewaker binnen kwam liep de man naar hem toe en zei tegen hem dat hij hem maar eens voor de variatie moest slaan en vernederen.
De bewaker stond de gevangene aan te kijken en zei goed, ik zal vanavond jou uitkiezen, maar hij vroeg ook waarom?
De gevangene antwoordde dat hij zich schaamde, door dat hij nooit wat had gezegd.
“Als beloning mag je zelf zeggen hoeveel klappen je dan wilt hebben?” antwoordde de bewaker.
“Dat laat ik helemaal aan u over, uw geweten zal dat wel uitwijzen”, was het antwoord.
De bewaker was stomverbaasd van het antwoord want hij stond er juist om bekend bij zijn vrienden en kennissen en ook bij deze gevangenen, dat hij waarschijnlijk geen geweten zou hebben omdat hij zo wreed was.
Slaan, vernederen, martelen, doodschieten en doodslaan, alles was al een onderdeel van zijn leven geworden, het deed hem totaal niets meer.
De bewaker keek de gevangene aan en zei tegen hem: “Ik heb geen geweten”,
waarop de gevangene zei: ‘Natuurlijk hebt u een geweten, ieder mens heeft een geweten”.
De bewaker was verrast van dit antwoord, de aardigheid was er voor hem helemaal af, draaide zich om en verliet de barak.
Ze hebben hem niet meer teruggezien.
De gevangene nam een groot risico door deze actie.
Toch doet hij het om dat hij het niet langer kon aanzien.
Hij spreekt waar anderen zwijgen.
Hier gaat dus een mens tot het uiterste door om in de plaats te gaan staan van een medemens.
Wat is daar een durf voor nodig om dat te kunnen doen.
Maar hij houdt ons een spiegel voor, net zoals Jezus ons een spiegel voorhoudt
want de theorie betekend:
“Zegen wie jullie vervloeken”
“Doe goed aan wie jullie haten’.
“bid voor de mensen die jullie slecht behandelen’.
Dat is mooi gezegd maar hoe breng je zoiets in praktijk.
Jezus wil dat we uit dit principe gaan leven.
Iets doen in de wetenschap dat we er niets voor terugkrijgen.
Dat we het gaan doen voor God.
Niet ‘oog om oog, tand om tand”.
Nee, we moeten leren wat Jezus ons heeft voorgedaan.
Gaan tot het uiterste.
Ontzettend moeilijk, misschien zeg je wel: “Dit is voor mij niet mogelijk”, ik kan dat volledig beamen.
Nu komt het aan op vertrouwen, vertrouwen dat jij de kracht zult ontvangen van Gods Heilige Geest.
Die Geest bid ik jou toe en zoals het in de Nieuw Liedbundel 416 staat: “Ga met God en Hij zal met je zijn”.
Dan hoef je in ieder geval niet bang te zijn.
Egbert de Vos.